Creatief Schrijven #1 Show, don't tell
Zin om aan de slag te gaan? Mooi! In deze blogpost neem ik je kort mee in het ‘Show, don’t tell!’-principe en daarna kan je zelf aan de slag. Ik geef je onder de uitleg drie opdrachten waarmee jij lekker kunt gaan showen in plaats van vertellen.
Show, don't tell
Ze vliegen je om de oren, die show’s en don’t tells. En eigenlijk is het niet meer dan een schrijftechniek die je kunt toepassen om je lezer meer te betrekken bij het verhaal. Je kan er met deze techniek voor zorgen dat het voelt alsof je lezer met jouw personage in één ruimte zit. Het geeft je verhaal wat meer kleur en het laat ruimte voor suggesties en eigen invulling van de lezer.
Vertellen is niet showen
Je kunt als schrijver beide technieken toepassen, maar deze oefening is gefocust op het show-gedeelte. Als je in je verhaal letterlijk schrijft ‘Dennis is boos’, dan ben je aan het vertellen. Het is een feit die de lezer voor waarheid aanneemt. Het is eigenlijk de kale, niet aangeklede versie van de show variant.
Show die spanning
Het inzetten van het show-principe doe je om de spanning in je verhaal te verhogen, maar ook om je karakter wat ontwikkeling mee te geven. Het maakt je verhaal levendig en het betrekt je lezers bij het verhaal. De vraag is alleen: Hoe doe je dat dan?
Maak gebruik van de zintuigen
Dennis is dus boos, maar dit letterlijk benoemen willen we even niet. Om te showen dat Dennis boos is, kan je gebruik maken van de vijf zintuigen: horen, zien, ruiken, proeven en voelen. Wat hoor je als Dennis boos is? Wat zie je aan Dennis als hij boos is? Misschien hoort er wel een bepaalde geur bij de actie of gevoel.
‘Het waaide en het was koud buiten.’ Dat is een vertellende zin, want ook een locatie, het weer of een persoon zijn zaken die je kunt beschrijven met show-principe. Kijk maar:
‘Er ging een huivering door hem heen. De rits van zijn jas trok hij nog wat verder op. Hij baalde dat hij zijn handschoenen was vergeten en hij blies zijn handen warm met de hitte van zijn adem. Een fluitend geluid trok tussen de huizen door, de bladeren wervelden langs hem heen en zijn adem maakte wolkjes in de lucht.’
Ik benoem nergens dat het hard waait en dat het koud is, maar jij als lezer kan dat wel zelf invullen.
En nu zelf aan de slag!
Drie opdrachten waarmee jij lekker aan de slag kan met het vertonen. Je kunt voor elke oefening aanhouden dat je tien tot vijftien regels schrijft volgens het show, don’t tell principe. Mocht het je helpen dan kan je een kookwekker zetten op tien minuten, zodat je niet eindeloos verdwaalt in je tekst.
Show, don't tell
- Jouw personage loopt door het bos en vindt daar een bijzonder ei. Ze besluit het ei mee naar huis te nemen en zorgt ervoor dat het uitkomt. Beschrijf wat er uit het ei komt, zonder het expliciet te benoemen.
- Jouw personage woont al eeuwen op een groot landgoed dat wordt omringd door een hoge muur. Op een dag ontdekt ze een spleetje in de muur, waardoor ze voor het eerst verder kan kijken dan haar eigen vertrouwde wereldje. Omschrijf wat ze ziet, maak gebruik van de vijf zintuigen
- Jouw personage betrapt haar beste vriend op iets wat ze nooit achter hem had gezocht. Beschrijf hoe jouw personage zich voelt door deze ontdekking.
*Waar zij staat, kan ook hij staan of elke andere vorm van gender.
Feedback?
Ik geef graag feedback op de uitwerkingen van de opdrachten. Je mag deze te allen tijde naar me toe sturen en ik stuur je zo snel als mogelijk een mailtje terug. Mailen kan naar [info@joyceweij.nl] – Tot in de inbox!